Een belangrijk thema uit Leendert zijn praktijk is dat het werk centraal staat. Zijn werk komt niet voort uit een toe-eigening van een artistieke identiteit van hem als maker, om deze vervolgens te bevestigen. Ook heeft zijn kunst geen tekst nodig. Het kunstobject moet niet enkel dienen als een soort fysieke metafoor voor een concept. In zo’n geval is het bijna of het concept het kunstwerk is, niet het gepresenteerde werk. Leenderts heeft als doel werken te creëren die voor zichzelf spreken. Zo zijn er verschillende interpretaties mogelijk. Zie jij er iets anders in dan wat Leendert bedoelde? Dat is goed, want dat creëert dialoog.
Deze gedachte vormt ook de basis van hoe zijn werken tot stand komen. Leendert trekt niet eerst een plan uit waar hij daarna de benodigde materialen bij zoekt. Hij vind iets wat hem aanspreekt, en laat het voorwerp hem leiden in het omvormen tot een kunstwerk. Leendert maakt geen nieuwe dingen. Er is al zo veel. In plaats daarvan vindt, verzameld en assembleert hij. Dit geef ook vrijheid. Als je materialen koopt moet je eerst aan geld komen. Als je dat eenmaal hebt kun je het maar een keer uitgeven. Dit legt veel meer druk op het maakproces. Het moet in een keer goed, want je offert er wat voor op. Daar heeft Leendert met zijn werk wijze geen last van. Door te herarrangeren wat er al is heeft hij niks te verliezen. Wie niks te verliezen heeft, is vrij.